Wanneer ik mensen vertel dat ik alleen wandel, is een van de meest voorkomende reacties: « allez amai, en gij doet dat dan helemaal alleen?! », meestal gevolgd door: « ah, maar dat komt gewoon omdat ge geen lief hebt, of vrienden die graag wandelen? ». Het fenomeen van ‘alleen wandelen’ is voor velen nog onbekend terrein. Want zeg nu zelf, wil je niet kunnen babbelen met iemand? Of die prachtige uitzichten delen? Vandaag leg ik het definitief vast: ik, Floor Denil, kies er volledig vrijwillig en met volledige enthousiasme voor om op individuele basis meerdaagse wandelingen te maken. Basta!
Ben je nog niet overtuigd? Geen probleem, ik kan mijn keuze staven, en wel in acht puntjes! Komtie:
1.Volledige vrijheid
Honger? Ik zet me neer op een steen en eet een snack. Te veel energie? Ik beslis om een stukje te rennen, en doe dat ook. Luie bui? Ik slenter gigaaaaaantisch traag over het pad heen. Te moe? Ik slaap tot de middag, en ga voor een halve wandeldag.
Wanneer ik alleen wandel, hoef ik geen rekening te houden met de wensen van reisgenoten. Ik kan de reis precies zo indelen als ik zelf wil.
Hoe goed ik me ook op m’n gemak voel bij iemand, er zijn altijd compromissen en overleg nodig. Maar tijdens solo wandelingen is dat helemaal niet nodig. Geen gesprekken à la “Heb je honger? Zullen we binnen een half uur pauzeren?”, dus. Daarentegen wél instant kunnen luisteren naar wat je nodig hebt, en daar meteen op kunnen ingaan. Jihaa!
2. Nieuwe vrienden
Wanneer ik alleen reis, leg ik vaak sneller contacten met andere mensen om me heen. Dit komt enerzijds doordat ik makkelijker benaderbaar ben (mensen hoeven niet op een groep af te stappen en beginnen al snel een gesprek ‘omdat je daar zo alleen zit’), en anderzijds omdat ik zelf sneller initiatief neem (hierover meer in puntje 4). Hierdoor ontstaat er al snel een gesprek en worden er snel banden gevormd. Tijdens mijn wandelingen heb ik geleerd om de drempel te verlagen om mensen aan te spreken en een gesprek te beginnen. Een leuke bonus van het wandelpad is dat medewandelaars doorgaans enorm vriendelijk en gelijkgestemd zijn. Instant dezelfde golflengte? Check!
3. Projectbeheerder
Bij het maken van langeafstandswandelingen komt veel planning kijken. Je dient te bedenken welke spullen je meeneemt, hoe je er komt, hoe je de weg vindt, wat je doet als er iets misgaat, enzovoort. Na al dat plannen komt het echte werk: elke dag wandelen, doorzetten als het tegenzit en stap voor stap werken naar het bereiken van je doel. Het is, kortom, een project van lange adem.
Dus als ik op het wandelpad een groot project tot een goed einde kan brengen, waarom zou dat in mijn dagelijks leven dan anders zijn? Het draait uiteindelijk om hetzelfde: een goede planning maken en die vervolgens uitvoeren, stap voor stap, ongeacht de duur van het project. Nu weet ik dat ik dat voor mekaar krijg, en stort ik me met plezier op grotere projecten, zoals het schrijven van een boek, het starten van een webshop of het uitbrengen van wandelgidsen. Deze projecten geven me ook nog eens meer voldoening dan kleinere projecten. Win win!
4. Initiatief nemen
Toen ik begon met wandelen, was ik een 21-jarige student. Tot die tijd had ik voornamelijk het vooraf uitgestippelde pad gevolgd: lagere school afronden, middelbare school afronden, verder studeren. Ik liet me vooral meevoeren door de stroom en wachtte af hoe alles zou verlopen. Maar deze mentaliteit hielp me niet verder op het wandelpad: als mijn tent vol water liep, moest ik opstaan en een grachtje graven. Als mijn eten bijna op was, moest ik ervoor zorgen dat ik snel aan meer eten kon komen. Of een simpeler voorbeeld: als het begon te regenen, stopte ik met wandelen, trok ik m’n regenbroek en regenjas aan en ging ik weer verder wandelen. Het wandelpad dwong me voortdurend om actie te ondernemen en initiatief te tonen. Want er was niemand om me heen: als ik niet in beweging kwam, gebeurde er niets om me heen.
Deze hands on mentaliteit heb ik van het wandelpad geplukt en meegenomen naar m’n dagelijks leven. Na mijn eerste wandeling schreef ik me meteen in voor een cursus boekhouden. Daar heb ik de kennis opgedaan om mijn eigen bedrijf te starten, wat heeft geleid tot het leven dat ik nu leid. Een leven waarin ik veel initiatief dien te tonen, maar waarvoor ik ook veel vrijheid terugkrijg.
5. Gedachten op een rij
Wandelen, wandelen, wandelen. Het gaat langzaam, en als je alleen bent, is er weinig afleiding van de gedachten in je hoofd. Ik heb daar dus alle tijd om mijn gedachten aandachtig te observeren en op een rij te zetten.
Denk nu niet dat ik constant heel bewust aan het mediteren ben tijdens het wandelen, want dit gebeurt eigenlijk meestal vanzelf. In de eerste dagen flitsen er honderden gedachten door mijn hoofd, maar na verloop van tijd (meestal een week) gaan ze rustig zitten, netjes naast elkaar, op een plekje in mijn hoofd. Mijn onderbewuste doet dan tijdens de daaropvolgende wandeldagen vanzelf haar werk, waardoor ik iedere keer weer met een fris hoofd de grens naar België oversteek!
6. Emoties reguleren
Je met een tent en twee wandelstokken in de vrije natuur begeven is vaak heel leuk en bevrijdend, maar soms bots je ook op flinke hindernissen. Ik dus ook: soms gaat het niet snel genoeg voor mij en begin ik te mokken. Of ik raak de weg kwijt en barst in tranen uit vanwege de paniek. Op dat moment is er niemand in de buurt die me kan helpen om van dat gevoel af te komen, dus ben ik op mijn eigen vaardigheden aangewezen om mijn emoties weer in balans te brengen. Vreemd genoeg lukt dat op die momenten beter, juist omdat ik weet dat ik die hete patat niet bij iemand anders kan neerleggen. En zoals uit de vorige punten al bleek: wat ik op het wandelpad leer, neem ik mee naar mijn dagelijkse leven. Reguleren, reguleren, wie z’n best doet zal het leren!
7. Toestemming om slechtgezind te zijn
De keerzijde van puntje zes: als ik dan eens goed begin te mokken, is daar ook ruimte voor. Ik doe er niemand kwaad mee (behalve mezelf dan, misschien), want ik ben toch alleen. Zonder schaamte eens heel hard mogen huilen, boos zijn, of intens gefrustreerd zijn; het is een ervaring die ik iedereen kan aanbevelen. En gek genoeg gaat die emotie dan ook weer sneller liggen, omdat hij alle plaats krijgt. Double win!
8. Zelfvertrouwen
Na dagen (soms weken) van alleen wandelen en omgaan met de ups en downs, is het gevoel wanneer je op je eindbestemming aankomt, onbeschrijfelijk. Vooral tijdens mijn eerste wandeltochten werd ik overweldigd door een diep gevoel van overwinning, vergezeld van een stortvloed aan gezond zelfvertrouwen. Op die manier win ik telkens weer wat meer zelfvertrouwen, wat me kracht geeft in mijn persoonlijke relaties en bij de projecten die ik onderneem. Het helpt me eigenlijk op elke situatie buiten mijn comfortzone valt.
Hier heb je het, dus: waarom ik ervoor kies om alleen te wandelen. Het is zeker niet voor iedereen, en als je liever in duo of groep wandelt: ga ervoor! Maar misschien verklaar je die eenzaten op het wandelpad voortaan niet meer voor gek als je ziet dat ze geen wandelpartner hebben ;).
Bon. Zij het met of zonder wandelpartners, ik wens je heel veel plezier en succes op je volgende wandeltocht. Dikke zoen